Arbeidsmediation op advies bedrijfsarts: “Hoezo vrijwillig?”

“Hoezo vrijwillig?”

Dat is wat ik wel eens hoor in het intakegesprek als ik benadruk dat een mediation op vrijwillige basis plaatsvindt. “Niemand kan ertoe gedwongen worden, het is vrijwillig.”, hoor ik mijzelf dan zeggen. Waarop vervolgens een reactie komt “Hoezo vrijwillig? Het is het advies van de bedrijfsarts. En mijn adviseur zegt dat ik het maar beter kan opvolgen want anders word ik er later op afgerekend.” Van beide kanten hoor ik dit, de ene keer de werkgever, de andere keer de werknemer, en soms allebei.

Doorpraten over vrijwilligheid

Ik begrijp goed dat die vrijwilligheid niet altijd als zodanig ervaren wordt. Aan mij als mediator dan de taak om met de partij die hierbij vraagtekens plaatst verder door te praten. Want iets dat in eerste instantie niet als vrijwillig wordt gevoeld, kan uiteindelijk toch, na een stukje uitleg, als vrijwillig worden ervaren.

Waar kiest men voor?

En dan gaat het vaak over wat men wil bereiken en vooral hoe men dat wil bereiken. Het antwoord op de vraag wat men wil bereiken is meestal al snel gegeven, namelijk een oplossing, maar over de vraag hoe men dat wil bereiken moet langer worden nagedacht. Gesproken wordt dan over opties die er in het algemeen zijn, in het kort neerkomend op: 1. Niets doen, het conflict laten bestaan en hopen dat het overwaait, wat meestal niet het geval is (“zachte heelmeesters……”) 2. (Juridisch) strijden over het conflict, wat de nodige tijd, kosten en energie vergt met een onzekere uitkomst die een derde (de rechter) oplegt. 3. Op een goede manier, onder begeleiding van een neutrale mediator, met elkaar in gesprek gaan over het conflict, samen op zoek naar een oplossing waarmee beiden verder kunnen, daarmee allebei een stukje eigen verantwoordelijkheid nemend voor de ontstane situatie, samen met de ander de oplossing zelf bepalen in plaats van een rechter die een uitspraak doet, dus je blijft zelf in control. En ook daar zit vrijwilligheid: je kunt niet gedwongen worden met een oplossing akkoord te gaan.

Over die opties praten we verder door. Als mediator probeer ik dan te peilen hoe iemand er werkelijk in zit. Want als iemand liever wil strijden over het conflict, maar de mediation enkel en alleen ingaat om zijn of haar juridische positie te versterken, dan wordt het een moeizame mediation en is het de vraag voor iedereen, inclusief de mediator, of je dit moet willen. Maar als een partij aanslaat op optie 3 – ook al is dat maar een beetje, want soms moet een partij daarin nog even op gang komen – dan is er in mijn optiek sprake van een keuze op basis van vrijwilligheid. Men is zich meer bewust geweest van de keuzes die er zijn.

 Het maken van een bewuste keuze draagt bij aan gevoel van vrijwilligheid

Ik geef toe, dit is misschien wat kort door de bocht geredeneerd, en de praktijk is soms wat wispelturiger, en soms laveert een partij tussen optie 2 en 3, maar in de kern ben ik ervan overtuigd dat elk mens het in zich heeft om een conflict op een waardige manier en zonder juridische strijd op te willen lossen en daarvoor te kiezen. En als op de vraag: “Wil jij dat eens proberen?” een “oprecht ja” komt, dan is mediation een keuze uit vrijwilligheid.

Nog meer vrijwilligheid

En als ik dan nog toelicht dat de vrijwilligheid ook inhoudt dat je op elk moment, uiteraard na het oprecht geprobeerd te hebben, ook weer kunt stoppen waarbij dan de mediation neutraal wordt afgerond, en dat zelfs als er geen oplossing wordt bereikt je meestal toch waardevolle inzichten meeneemt uit de mediation, dan wordt de vrijwilligheid nog meer daadwerkelijk ervaren en gevoeld. En dat draagt weer bij aan een goed verloop van het mediationtraject: de weerstand is weg en het commitment komt ervoor in de plaats.

Marjon Bosma